Op bezoek in de Hoenwaard
In de harde wind en tegen een decor van Voermanse luchten trok afgelopen weekend een blauwe sliert over de dijk langs de Wiesenbergse kolk. Vertegenwoordigers van de provinciale staten Gelderland en het Waterschap Valei & Veluwe waren gehuld in blauwe hesjes met de ChristenUnie Hattem, Heerde en Oldebroek op bezoek in de Hoenwaard. Onder leiding van landschapsgids Kees de Heer werd het gezelschap meegenomen in de ontwikkeling ‘Hoenwaard 2030’, die ruimte moet bieden aan de waterhuishouding, recreatie en de agrarische functie van het gebied.
Belangrijke functie van de hoenwaard
Al sinds de Hoenwaard in 1401 geschonken werd aan de bewoners van Hattem vertegenwoordigd deze een belangrijke functie voor de stad. In de beginjaren als bouwland en plek om het rundvee en een enkel paard te laten grazen. Naast de agrarische functie is het gebied ook een belangrijke plek om te kunnen recreëren en natuurlijke buffer tegen hogere IJsselwaterstanden. Maar de hoenwaard is landschappelijk ook een uniek gebied. Het relief, de weteringen en uitzicht op het hoger gelegen Hattem zijn prachtig.
Samenbrengen van perspectieven
Het gebied zal goed toegerust moeten worden op de toekomende tijd zonder de rijke geschiedenis te verliezen. De ruimte vraagt om optimalere benutting zodat alle functies bij elkaar kunnen worden gebracht. Bij het napraten uitten verschillende agrariërs hun zorgen over de toekomst van de boeren in het gebied. Carlo van Dijk, lijsttrekker voor de Waterschap Vallei en Veluwe: “Mooi aan de Hoenwaard is dat vanwege belang van natuur, klimaat en waterkwaliteit gewerkt wordt aan een vrijwillige en geleidelijke omschakeling naar ander gebruik en beheer van landbouwgrond.” Marinus Kers, eveneens kandidaat het waterschap vult aan: “Dit is echt een gezamenlijke opgave voor boeren en burgers. Hoe mooi zou het zijn als inwoners van Hattem, Heerde en Oldebroek een deel van hun voedsel weer echt uit de Hoenwaard zouden kunnen kopen. Voorlichting te over koopgedrag kan helpen om kringlooplandbouw succesvol te maken. De Hoenwaard zoals het ooit bedoeld was: van inwoners en voor inwoners”
